Vrijwel ieder weekend is er een filmfestival en tussendoor treden er artiesten op van naam. Hoe een klein film- annex theaterzaaltje op een afgelegen waddeneiland binnen tien jaar tijd kon uitgroeien tot een culturele hotspot. Dit is het verhaal van Podium Vlieland, vertelt door directeur Bojan Bajic en programmeur Adwin de Kluyver.

Bojan Bajic: ,,Het heeft een bepaalde magie hoe mensen bij Podium Vlieland terecht komen. Cultuur verbindt mensen die verder willen kijken. Het trekt een publiek en artiesten aan met een bredere belangstelling, die op zoek zijn naar iets nieuws. Dat is voelbaar in de ruimte. Er gebeurt hier altijd iets. Mensen zeggen vaak dat ze zich hier thuis voelen, dat er hier een soort geborgenheid is. Maar dat komt niet door mij. Dat nemen bezoekers en artiesten zelf met zich mee.''

Adwin de Kluyver: ,,Zo kwam ik hier ooit ook terecht. Ik was toen verslaggever bij de Leeuwarder Courant en ik las in de Vlielander dorpskrant een stukje over een Servische asielzoeker op Vlieland die achter een ijssalon een theater annex filmhuis bouwde. Dat maakt nieuwsgierig. Toen ik hier kwam, voelde ik me meteen thuis. De theaterdirecteur had een vieze werkbroek aan, vertelde dat hij nooit naar films keek, maar tegelijkertijd had hij wel een van de mooiste kleine bioscoopzaaltjes gebouwd die ik ooit had gezien. En hij had een onverwoestbaar optimisme dat het allemaal zou gaan slagen.''

podium vlieland filmweekend

,,Op de boot terug is het idee ontstaan om hier kleine filmfestivals te gaan organiseren. Gewoon omdat het mij zelf zo geweldig lijkt om een weekend naar een eiland te gaan, een beetje films te kijken en tussendoor wat uit te waaien of in de kroeg te hangen. Een paar maanden later was er het eerste filmweekend. In mijn enthousiasme had ik toen veel te veel films geprogrammeerd. De bezoekers hadden nauwelijks tijd om iets van het eiland te zien. Dat heb ik daarna aangepast. Met zes films, met daarbij altijd een nachtfilm, krijg je precies de goede balans tussen cultuur en natuur. Je kunt nu tussen de films het eiland rondfietsen of een lange strandwandeling maken zonder je te hoeven haasten voor de volgende voorstelling.''

B: ,,Uit onze eerste ontmoeting zijn een aantal mooie dingen ontstaan. Jij kende Paulien Cornelisse. Die is hier toen komen optreden en een soort ambassadrice voor Podium Vlieland geworden. Zij raadde allerlei bevriende cabaretiers en artiesten aan om een keer naar Vlieland te gaan. Nu komen regelmatig grote namen. Diederik van Vleuten, Micha Wertheim, Paulien Cornelisse, Lucky Fonz en Janne Schra treden hier nu op. Gewoon omdat ze dat zelf graag willen. Herman van Veen stond op een zaterdagavond in Carré, op zondagmiddag stond hij hier omdat het hem leuk leek op een eiland voor ruim vijftig mensen op te treden. We streven er naar dat steeds meer cabaretiers op Vlieland hun eerste try-out komen doen. Dit is het meest noordelijke theater en daarna zakken ze af naar de rest van Nederland.''

,,Na die eerste ontmoeting stuurde je me ook een lijstje met films die hier goed zouden passen. Op dat lijstje stond ook de Ierse filmmusical 'Once'. Die film heb ik inmiddels zo'n dertig keer gezien. Alle artiesten die hier op komen treden, moeten van mij 'Once' zien.''

A: ,,Dat is meteen ook een van de weinige films die je wel hebt gezien. Jij lijdt aan een charmant soort onkunde.''

B: ,,Ik kijk eigenlijk zelden naar films. Ik heb er gewoon de tijd niet voor. Als ik wel eens een film moet aankondigen dan ga ik voor de zaal staan en zeg: ik heb de film zelf niet gezien, maar ik heb erover gelezen en het lijkt me een goed verhaal. Het publiek waardeert die eerlijkheid.''

,,Onwetendheid is soms een voordeel. Je kunt artiesten puurder benaderen zonder vooroordelen of heilig ontzag omdat ze een bepaalde reputatie hebben. Ik ontmoette eens een meisje die zei dat ze zangeres was en die wilde best eens komen optreden. Ik zei: als je goed genoeg bent dan kan dat wel een keer. Wist ik veel wie Janne Schra was.''

,,Ik heb verder ook geen enkele ervaring met de theaterwereld. Ik werk bijvoorbeeld nooit met contracten. Alles gaat hier op basis van vertrouwen. De artiest krijgt 50 procent en ik krijg 50 procent van de kaartverkoop.''

,,Dingen mogen ook fout gaan. Een film die even blijft hangen, het doek van de openluchtbioscoop dat tijdens de vertoning omvalt. Het hoeft niet perfect te zijn, zo hebben mensen thuis een leuk verhaal te vertellen. En het probleem is altijd wel op te lossen.''

A: ,,Ik denk dat artiesten en muzikanten dat verfrissend vinden. Ik heb als theaterrecensent en filmjournalist veel theaters en filmhuizen gezien, maar ik ben nog nooit zo'n aparte theaterdirecteur tegen gekomen. Wij maken plannen voor het nieuwe seizoen rond een kampvuur op het strand. Waar maak je dat nou mee.''

B: ,,Artiesten voelen zich onmiddellijk thuis. Ik haal ze van de boot, ze eten met mijn gezin mee en soms ga ik met ze zwemmen in zee. Zo ben ik en zo gaat dat hier.''

Adwin de Kluyver

A: ,,Op elke andere plek zou een theater of filmhuis als dit subsidie krijgen. Als ik zie wat jij voor Vlieland betekent. Tien jaar geleden was het buiten het seizoen doods en stil. Nu zijn er voorstellingen, concerten, films. Podium Vlieland is uitgegroeid tot het culturele centrum van het dorp. Je haalt ieder jaar duizenden bezoekers naar het eiland. Dat is een enorme impuls voor het culturele klimaat, het voorzieningenniveau én de lokale economie. Al die bezoekers van de filmweekenden gaan uit eten, ze winkelen, ze gaan de kroeg in. Iedereen op Vlieland profiteert daarvan. De gemeente zou met een zak subsidiegeld hier op de stoep moeten staan.''

B: ,,Ook al boden ze me het geld aan, ik hoef het niet. Ik wil geen verplichtingen. We hebben alleen een keer een bijdrage van de provincie gekregen voor de aanschaf van een openluchtbioscoop. Verder werken we volledig zonder subsidie. Twee mensen dragen dit bedrijf. Mijn vrouw Edita en ik. Wij zijn zeven dagen per week aanwezig. En vergeet niet dat zonder de ijssalon Podium Vlieland niet kan bestaan. Daar zit een balans in. Gosse Beerda, de geestelijk vader van én investeerder in Podium Vlieland, heeft de filosofie van de ijssalon en de zaal bedacht. Licht en koel kan niet zonder warm en donker. 's Zomers verdienen we ons geld met de verkoop van ijs en 's winters met films en voorstellingen.''

,,In het begin werden we nog vaak uitgelachen. Een theater en bioscoop op zo'n klein eiland, dat gaat nooit lukken, riepen ze dan. Nu zijn we het enige bedrijf op Vlieland dat het drukker heeft in de winter dan in de zomer. Daardoor is er ook een omslag ontstaan. Er komen nu mensen voor de eerste keer in de winter op het eiland. Die ontdekken hoe mooi Vlieland is en komen nog eens terug in de zomer.''

,,Wanneer we een structurele subsidie zouden krijgen dan zou ik me in mijn vrijheid beperkt voelen. Je moet plannen voor de langere termijn maken, steeds overleggen en alles wat je doet uitleggen. En ik werk op intuïtie. Dat is niet uit te leggen. Het is op een onverklaarbare manier aangenaam hier. Ik heb destijds het vertrouwen van Gosse Beerda gekregen om dit te beginnen. Dat vertrouwen geef ik ook weer aan anderen. Juist door nooit het onderste uit de kan te willen en mensen iets te gunnen is hier nu een hotspot ontstaan.''

A: ,,Dat werken op intuïtie heb ik hier geleerd. Ik was lange tijd filmrecensent. Mijn eerste impuls zou zijn om op een filmweekend de zes beste films te laten zien. Maar dat levert niet meteen het beste festival op. Door met thema's te gaan werken – road movies, Scandinavische thrillers, eilanden, culinaire films, vissersverhalen – krijgen de films een onderlinge relatie. Het is als een kok die een gerecht samenstelt. De combinatie van ingrediënten bepaalt de smaak. Dat is iets anders dan zes hele goede stukken vlees op een bord serveren.''

,,Ik leid alle films ook in met een kort praatje. Het publiek gaat daardoor net iets anders naar de film kijken. Bij de wat ontoegankelijkere films help je de bezoekers even over een drempel heen. Zo'n inleiding geeft ook meteen een festivalsfeer. Het zijn geen losse bezoekers meer die daar in de zaal zitten, we zijn daar met z'n allen. En wat me altijd weer verbaast: werkelijk ieder filmweekend zijn de bezoekers dolenthousiast. Dat je zoiets los kunt maken bij een publiek vind ik een openbaring.''

B: ,,Jij hebt gewoon het talent om precies aan te voelen welke films aanslaan bij het publiek.''

A: ,,Ik ervaar het als een compliment wanneer vaste bezoekers van de festivals op de laatste dag even langs komen en zeggen: dit was echt het allerbeste weekend. Dat toont aan dat het geen trucje is. En wat ook grappig is: ieder weekend is er wel een Friese bezoeker die zegt 'dit is zo mooi, dit is hoe het Noordelijk Film Festival vroeger was'. Er is bij het publiek kennelijk een behoefte aan kleinschaligheid en direct contact.''

,,De laatste tijd komen hier ook vaak programmeurs van filmhuizen uit het hele land. Die hebben over ons gehoord en proberen de magie te doorgronden. Het grote verschil is dat zij allemaal dezelfde populaire filmhuistitels willen vertonen, wij laten hypes en juichende recensies voor wat ze zijn en laten juist de onbekendere titels zien.''

B: ,,Misschien is er nog wel een groter verschil: wij hebben Vlieland. Op de toegangsdeur van Podium Vlieland staat Zaal 1. Dat vinden bezoekers altijd een leuk grapje. Waar is Zaal 2 dan, vragen ze. Nou, die is er wel degelijk. Zaal 2 is het eiland. In de zomer vertonen we in de open lucht. Het is altijd een droom geweest om een nog nauwere binding met de natuur van het eiland aan te gaan. We hebben een prachtige duinpan, mooi beschut, vlakbij de haven. Daar vertonen we de hele zomer films. In juni beginnen we weer met het Nederlands Kampeerfilmfestival, een grote naam voor een intiem filmweekend met allemaal films met tenten en caravans.''

Bojan Bajic

Bojan Bajic

A: ,,Jij bent inmiddels zo vergroeid met de natuur van Vlieland dat je zelf een halve zeehond bent geworden. Zomer of winter, jij ligt een paar keer per week in het water.''

B: ,,Het succes van Podium Vlieland is nauw verbonden met de zee. De zee is de bron van alle leven. Met heel mijn wezen wil ik er in springen. Ik heb een pak waarmee ik nu het hele jaar door kan zwemmen. Dat ervaren van alle elementen wil ik over brengen. Podium Vlieland ligt zo dichtbij de zee. Je loopt een steeg door, de dijk over en je staat op het wad.''

,,De zee maakt ook dat iedereen die hier komt open staat. Het roept een verlangen op. Het leven is meer dan krant en televisie je voorschotelen. Via cultuur en natuur zijn mensen hier op zoek naar verdieping. Tegelijkertijd roept de aanwezigheid van de zee ook het kind in je wakker. Je kunt gaan zwemmen, je kunt oesters gaan eten.''

A: ,,Dat zijn wel sleutelbegrippen hier: eerlijkheid, openheid, verwondering.''

B: ,,Toen Podium Vlieland werd gebouwd, voelde ik nogal een last op me drukken. Ik moest een theater en bioscoop gaan runnen en ik had daar totaal geen ervaring mee. We waren bezig met de fundering en ik vond toen een stenen hartje in de grond. Sindsdien heb ik ruim tweeduizend hartjes gevonden. Op het strand, in de wolkenlucht, in schuim van bier, in een emmer sop, in een boom, in een schelp, in het zand. Het is alsof een onzichtbare wereld zegt: het komt allemaal goed. Iedere dag vind ik zo wel een hartje. Het mooie is dat ik de betekenis daarvan verder niet hoef uit te leggen. Iedereen begrijpt dat, zonder verdere toelichting.''

Dit verhaal verscheen eerder in De Moanne.

Zaal 2 in de duinen.